Onderwerpen voor BBO lessen

Onderwerpen voor BBO lessen

Onderwerpen niveau 2

    1. Het afspel, hoe maak je een speelplan voordat je aan het afspelen begint.
    2. Het eerste bijbod, wat antwoord je op de 1 in een kleur opening van partner.
    3. De herbieding, de openaar vertelt in zijn tweede bod zo veel mogelijk over zijn verdeling en zijn puntenaantal
    4. Het tweede bijbod, de antwoordende hand moet zich vooral goed realiseren wat de openaar aangegeven heeft.
    5. Uitkomen en signaleren, wat is de beste uitkomst en hoe geeft partner aan of die uitkomst hem wel of niet bevalt.
    6. Het spelen van troefcontracten, wat is er anders aan het spelen van troefcontracten dan aan SA-contracten.
    7. Bieden na een 1 SA opening, Stayman en Jacoby en hoe het bieden daarna verder gaat.
    8. De preëmptieve opening, openingen op 3-niveau en hoger zijn vooral bedoeld om de tegenpartij dwars te zitten.
    9. Volgbod en informatiedoublet, wanneer volg je en wanneer doubleer je en hoe gaat partner dan verder.
    10. Reageren op tussenbieden, Hoe ga je verder nadat de tegenstanders tussen geboden hebben.
    11. Afspeltechniek, de herhaalde snit, de dubbele snit en de gemarkeerde snit.
    12. Slembieden, hoeveel punten zijn er nodig om slem te bieden en hoe kom je achter het aantal azen van je partner.

Onderwerpen niveau 3

  1. Het spelen van een SA-contract, vaste slagen tellen en een werkkleur kiezen en dat is niet altijd de langste kleur.
  2. De switch, soms is de uitkomstkleur doorspelen niet zinvol, wanneer switch je en waarnaartoe.
  3. De zoektocht naar een fit, met de herbieding probeert de openaar zoveel mogelijk over zijn verdeling en zijn puntenaantal te vertellen, met ook het reversebod.
  4. Op weg naar het eindcontract, na de herbieding van openaar kan de antwoordende hand vaak het eindcontract bieden, maar niet altijd.
  5. Het speelplan in een troefcontract, verliezers tellen en bepalen of je wel of niet begint met troeftrekken
  6. Uitkomen, hoe kies je de uitkomstkleur en met welke kaart van die kleur kom je dan uit.
  7. Controlebiedingen, moeilijk onderwerp, een eerste inleiding om meer gecontroleerd slem te kunnen bieden. 
  8. Verder bieden na de 2 klaverenopening, sluit aan op het vorige onderwerp en gaat over mogelijke sleminteresse. 
  9. Communicatie, het voorkomen van blokkades en aan de goede kant beginnen met het ontwikkelen van een kleur.
  10. De derde man, de derde man doet wat hij kan, maar wel met beleid.
  11. Doublet, wanneer is een doublet een informatiedoublet en hoe moet je daar dan op antwoorden.
  12. Kaartcombinaties, wanneer snijden en wanneer slaan en welke kaart leg je in de dummy in de uitkomstkleur.

Onderwerpen niveau 3,5

  1. De eerste slag, moet je de eerste slag nemen of een keertje laten lopen? En als je hem neemt is dat dan in de dummy of in de hand?
  2. Tegenspel, als je als tegenspeler de eerste slag wint, ga je dan door met die kleur of ga je switchen?
  3. Discards, hoe zorg je ervoor dat je geen slag weggooit als je niet kunt bekennen en geef je ook nog een signaal aan je partner.
  4. Wanneer troeftrekken, wat zijn de uitzonderingen op de regel dat je altijd met troeftrekken moet beginnen.
  5. Communicatie, hoe zorg je ervoor dat je vrijgespeelde slagen ook nog bereikbaar zijn.
  6. Tempo. Hoe zorg je ervoor dat je als leider eerder je slagen ontwikkeld hebt dan de tegenspelers.
  7. Kaartlezen in het tegenspel. Wat voor conclusies kun je trekken uit het bieden en uit de kaarten van je partner.
  8. Timing. Wanneer pak je je slagen en in welke volgorde ga je je werkkleuren ontwikkelen.
  9. Tegenspelen van troefcontracten. Ook als tegenspeler ga je wel eens troef spelen, wanneer is dat goed?
  10. Kaartlezen in het afspel. Wat kun je als leider concluderen uit de uitkomst en het verdere tegenspel.
  11. Actief of passief tegenspelen. Moet je tegenspelen om slagen te ontwikkelen of juist om niks weg te geven aan de leider.
  12. Kansen combineren. Als je kunt kiezen uit verschillende kansen in het afspel, hoe kun je dan zo spelen dat je ze allebei kunt benutten.

Onderwerpen niveau 4

  1. Verder bieden na 1SA met o.a. 2♠ als transfer naar klaveren en 3♣ als transfer naar ruiten.
  2. Signaleren, met name het honneursignaal, lezen van de signaalkaart en signaleren bij afgooien.
  3. Tempo, wie heeft zijn slagen het eerst ontwikkeld, de leider of de verdediging?
  4. Vechten om de deelscore, hoe ver ga je als de punten ongeveer 20-20 verdeeld zijn?
  5. De vierde kleur, een onmisbare conventie om goed te kunnen bieden.
  6. De juiste volgorde. Als je in meer kleuren slagen moet ontwikkelen, welke is dan het eerst aan de beurt?
  7. Die lastige tegenpartij. Wat verandert er aan je eigen bieden als de tegenpartij tussen gaat bieden?
  8. Het negatief doublet. Een belangrijke conventie om minder last, of juist voordeel, te hebben van tussenbieden.
  9. Speeltechnieken in een troefcontract. Vrijtroeven van een kleur, entrees en cross-ruff.
  10. De biedplicht vervalt. Is het bieden wel of niet forcing na tussenbieden.
  11. Kaartlezen. Bij af- en tegenspel kun je informatie halen uit het bieden, de uitkomst en kaarten die al dan niet gespeeld worden.
  12. Viertallenbridge. Wat is het, hoe werkt het en wat is het effect op bieden en spelen.

Onderwerpen niveau 5 

  1. Reverse Wat is er wel en niet forcing na een revesebod en is een bod wel of niet reverse na tussenbieden.
  2. De eerste slag, Ophouden of niet en de slag nemen in de hand of in de dummy.
  3. De kleur van de tegenpartij, een nuttig biedinstrument waar je geen nuttig natuurlijk bod voor inlevert.
  4. Long suit trials, gecontroleerd uitzoeken of je de manche kunt gaan bieden of niet.
  5. Uitkomen tegen troef contracten, Wanneer je langste kleur, wanneer je kortste kleur en wanneer start je met troef.
  6. De vierde kleur. Hoe gebruik je de vierde kleur als aanloop naar slemonderzoek.
  7. De veilige hand. Welke tegenspeler mag er wel aan slag komen en welke niet, en hoe regel je dat.
  8. Zwakke twee en multi. welke kaart is er wel geschikt voor en welke niet en hoe ga je verder.
  9. Beschermend bieden. Verder bieden na 1x-pas-pas. Wat verandert er aan je normale volgbiedingen.
  10. Signaleren. Het aan/af signaal, het distributiesignaal en het lavinthalsignaal.
  11. Wanneer troeftrakken. Uitzonderingen op de regel dat je altijd moet beginnen met troeftrekken.
  12. Doublet. Wanneer is het een informatiedoublet en wanneer is het een strafdoublet. Of is het een uitkomstdoublet of een negatief doublet.

Onderwerpen niveau 5 

  1. Een nieuwe kleur op drieniveau is mancheforcing, maar wat zijn de uitzonderingen.
  2. Bijspelen en naspelen, welke kaart speel je bij als derde man en als je aan slag komt welke kaart speel je dan terug.
  3. Redoublet, is een vaak vergeten biedinstrument waar je extra informatie mee kunt uitwisselen.
  4. Kleurbehandeling, Hoe pak je bepaalde combinaties aan met de beste kans op succes.
  5. Preferentie, soms heb je weinig punten en geen fit en zul je toch iets moeten bieden.
  6. Dekken of niet dekken, honneur op honneur is een belangrijke regel, maar wat zijn de uitzonderingen.
  7. Bieden na een informatiedoublet, wanneer is je kaart mooi genoeg om te springen en wanneer gebruik je de kleur van de tegenpartij.
  8. Communicatie, oversteken van je hand naar de dummy en omgekeerd en al je slagen bereikbaar houden.
  9. Tweekleurenspellen, met een 5-5 verdeling kun je na een opening van de tegenpartij beide kleuren in één bod aangeven.
  10. Aanvallen of verdedigen, moet je in een bepaald spel actief of passief tegenspelen.
  11. Op weg naar slem, hoe stel je de troefkleur vast om daarna met controlebiedingen door te gaan.
  12. RKC Blackwood, de koning van troef is net zo onmisbaar als een aas, dus die wil je ook graag weten als je azen gaat vragen.