Onderwerpen voor BBO lessen
Onderwerpen niveau 2
- Het afspel, hoe maak je een speelplan voordat je aan het afspelen begint.
- Het eerste bijbod, wat antwoord je op de 1 in een kleur opening van partner.
- De herbieding, de openaar vertelt in zijn tweede bod zo veel mogelijk over zijn verdeling en zijn puntenaantal
- Het tweede bijbod, de antwoordende hand moet zich vooral goed realiseren wat de openaar aangegeven heeft.
- Uitkomen en signaleren, wat is de beste uitkomst en hoe geeft partner aan of die uitkomst hem wel of niet bevalt.
- Het spelen van troefcontracten, wat is er anders aan het spelen van troefcontracten dan aan SA-contracten.
- Bieden na een 1 SA opening, Stayman en Jacoby en hoe het bieden daarna verder gaat.
- De preëmptieve opening, openingen op 3-niveau en hoger zijn vooral bedoeld om de tegenpartij dwars te zitten.
- Volgbod en informatiedoublet, wanneer volg je en wanneer doubleer je en hoe gaat partner dan verder.
- Reageren op tussenbieden, Hoe ga je verder nadat de tegenstanders tussen geboden hebben.
- Afspeltechniek, de herhaalde snit, de dubbele snit en de gemarkeerde snit.
- Slembieden, hoeveel punten zijn er nodig om slem te bieden en hoe kom je achter het aantal azen van je partner.
Onderwerpen niveau 3
- Het spelen van een SA-contract, vaste slagen tellen en een werkkleur kiezen en dat is niet altijd de langste kleur.
- De switch, soms is de uitkomstkleur doorspelen niet zinvol, wanneer switch je en waarnaartoe.
- De zoektocht naar een fit, met de herbieding probeert de openaar zoveel mogelijk over zijn verdeling en zijn puntenaantal te vertellen, met ook het reversebod.
- Op weg naar het eindcontract, na de herbieding van openaar kan de antwoordende hand vaak het eindcontract bieden, maar niet altijd.
- Het speelplan in een troefcontract, verliezers tellen en bepalen of je wel of niet begint met troeftrekken
- Uitkomen, hoe kies je de uitkomstkleur en met welke kaart van die kleur kom je dan uit.
- Controlebiedingen, moeilijk onderwerp, een eerste inleiding om meer gecontroleerd slem te kunnen bieden.
- Verder bieden na de 2 klaverenopening, sluit aan op het vorige onderwerp en gaat over mogelijke sleminteresse.
- Communicatie, het voorkomen van blokkades en aan de goede kant beginnen met het ontwikkelen van een kleur.
- De derde man, de derde man doet wat hij kan, maar wel met beleid.
- Doublet, wanneer is een doublet een informatiedoublet en hoe moet je daar dan op antwoorden.
- Kaartcombinaties, wanneer snijden en wanneer slaan en welke kaart leg je in de dummy in de uitkomstkleur.
Onderwerpen niveau 3,5
- De eerste slag, moet je de eerste slag nemen of een keertje laten lopen? En als je hem neemt is dat dan in de dummy of in de hand?
- Tegenspel, als je als tegenspeler de eerste slag wint, ga je dan door met die kleur of ga je switchen?
- Discards, hoe zorg je ervoor dat je geen slag weggooit als je niet kunt bekennen en geef je ook nog een signaal aan je partner.
- Wanneer troeftrekken, wat zijn de uitzonderingen op de regel dat je altijd met troeftrekken moet beginnen.
- Communicatie, hoe zorg je ervoor dat je vrijgespeelde slagen ook nog bereikbaar zijn.
- Tempo. Hoe zorg je ervoor dat je als leider eerder je slagen ontwikkeld hebt dan de tegenspelers.
- Kaartlezen in het tegenspel. Wat voor conclusies kun je trekken uit het bieden en uit de kaarten van je partner.
- Timing. Wanneer pak je je slagen en in welke volgorde ga je je werkkleuren ontwikkelen.
- Tegenspelen van troefcontracten. Ook als tegenspeler ga je wel eens troef spelen, wanneer is dat goed?
- Kaartlezen in het afspel. Wat kun je als leider concluderen uit de uitkomst en het verdere tegenspel.
- Actief of passief tegenspelen. Moet je tegenspelen om slagen te ontwikkelen of juist om niks weg te geven aan de leider.
- Kansen combineren. Als je kunt kiezen uit verschillende kansen in het afspel, hoe kun je dan zo spelen dat je ze allebei kunt benutten.
Onderwerpen niveau 4
- Verder bieden na 1SA met o.a. 2♠ als transfer naar klaveren en 3♣ als transfer naar ruiten.
- Signaleren, met name het honneursignaal, lezen van de signaalkaart en signaleren bij afgooien.
- Tempo, wie heeft zijn slagen het eerst ontwikkeld, de leider of de verdediging?
- Vechten om de deelscore, hoe ver ga je als de punten ongeveer 20-20 verdeeld zijn?
- De vierde kleur, een onmisbare conventie om goed te kunnen bieden.
- De juiste volgorde. Als je in meer kleuren slagen moet ontwikkelen, welke is dan het eerst aan de beurt?
- Die lastige tegenpartij. Wat verandert er aan je eigen bieden als de tegenpartij tussen gaat bieden?
- Het negatief doublet. Een belangrijke conventie om minder last, of juist voordeel, te hebben van tussenbieden.
- Speeltechnieken in een troefcontract. Vrijtroeven van een kleur, entrees en cross-ruff.
- De biedplicht vervalt. Is het bieden wel of niet forcing na tussenbieden.
- Kaartlezen. Bij af- en tegenspel kun je informatie halen uit het bieden, de uitkomst en kaarten die al dan niet gespeeld worden.
- Viertallenbridge. Wat is het, hoe werkt het en wat is het effect op bieden en spelen.
Onderwerpen niveau 5
- Reverse Wat is er wel en niet forcing na een revesebod en is een bod wel of niet reverse na tussenbieden.
- De eerste slag, Ophouden of niet en de slag nemen in de hand of in de dummy.
- De kleur van de tegenpartij, een nuttig biedinstrument waar je geen nuttig natuurlijk bod voor inlevert.
- Long suit trials, gecontroleerd uitzoeken of je de manche kunt gaan bieden of niet.
- Uitkomen tegen troef contracten, Wanneer je langste kleur, wanneer je kortste kleur en wanneer start je met troef.
- De vierde kleur. Hoe gebruik je de vierde kleur als aanloop naar slemonderzoek.
- De veilige hand. Welke tegenspeler mag er wel aan slag komen en welke niet, en hoe regel je dat.
- Zwakke twee en multi. welke kaart is er wel geschikt voor en welke niet en hoe ga je verder.
- Beschermend bieden. Verder bieden na 1x-pas-pas. Wat verandert er aan je normale volgbiedingen.
- Signaleren. Het aan/af signaal, het distributiesignaal en het lavinthalsignaal.
- Wanneer troeftrakken. Uitzonderingen op de regel dat je altijd moet beginnen met troeftrekken.
- Doublet. Wanneer is het een informatiedoublet en wanneer is het een strafdoublet. Of is het een uitkomstdoublet of een negatief doublet.
Onderwerpen niveau 5
- Een nieuwe kleur op drieniveau is mancheforcing, maar wat zijn de uitzonderingen.
- Bijspelen en naspelen, welke kaart speel je bij als derde man en als je aan slag komt welke kaart speel je dan terug.
- Redoublet, is een vaak vergeten biedinstrument waar je extra informatie mee kunt uitwisselen.
- Kleurbehandeling, Hoe pak je bepaalde combinaties aan met de beste kans op succes.
- Preferentie, soms heb je weinig punten en geen fit en zul je toch iets moeten bieden.
- Dekken of niet dekken, honneur op honneur is een belangrijke regel, maar wat zijn de uitzonderingen.
- Bieden na een informatiedoublet, wanneer is je kaart mooi genoeg om te springen en wanneer gebruik je de kleur van de tegenpartij.
- Communicatie, oversteken van je hand naar de dummy en omgekeerd en al je slagen bereikbaar houden.
- Tweekleurenspellen, met een 5-5 verdeling kun je na een opening van de tegenpartij beide kleuren in één bod aangeven.
- Aanvallen of verdedigen, moet je in een bepaald spel actief of passief tegenspelen.
- Op weg naar slem, hoe stel je de troefkleur vast om daarna met controlebiedingen door te gaan.
- RKC Blackwood, de koning van troef is net zo onmisbaar als een aas, dus die wil je ook graag weten als je azen gaat vragen.